God genoot. God wilde haar plezier en geluk delen, en schiep daartoe
materie: de universa, de sterren, de planeten – en zo ook de aarde, met
haar zeeën, planten, dieren en uiteindelijk de mens. 1
Zij gaf de mensheid het vermogen om te denken, zodat die voor zichzelf
een comfortabel verblijf op aarde kon creëren. En dat werd het ook, het
paradijs. Prachtig weer, adembenemende natuur, volop te eten en te
drinken en heerlijk naakt spelen samen, dag in dag uit.
En hoe zit het met Eva, de slang en de appel? Achteraf, vanuit een
mannelijk, paternalistisch 2 oogpunt gezien, was het natuurlijk de vrouw
Eva (what’s in a name?) die op het idee kwam om de verboden vrucht te
plukken: om ons denken de regie over ons leven te geven in plaats van
ons hart. 3 Ze luisterde naar de slang, oftewel het stemmetje in haar
hoofd, dat haar alle verlokkingen van de macht voorspiegelde die ze zou
krijgen als ze haar denken zou volgen in plaats van de intuïtie van haar
hart.
Ze koos voor het denken. En het zorgeloos en gratis genieten verdween.
De eerste tweedeling ontstond omdat het denken niet anders kan dan
alles in tegenstellingen zien: vrouw – man, yin – yang. Adam en Eva
ontdekten hun naaktheid en ervaarden hun eerste emotie, die van
schaamte. 4 De onschuld van het bedrijven van de liefde verdween. Het
zou nooit meer het heerlijke onbekommerde spel worden van weleer.
Nadat ze eenmaal toegegeven hadden aan het denken, en zo de regie
over hun leven verplaatst hadden van hun hart naar hun hoofd, was de
geest uit de fles: de wereld van tegenstellingen breidde verder en verder
uit als een olievlek. Er was geen houden meer aan. Ze hadden gegeten
van ‘de boom van de kennis van goed en kwaad’. Het denken had het
overgenomen, en het denken maakt nu eenmaal altijd onderscheid
tussen goed en kwaad, goed en fout. Het kan niet anders. Die
onderscheidende eigenschap is uiterst nuttig zolang het denken het
instrument is van het hart. Maar o wee, als de rollen omgedraaid worden.
Dan moet het denken een taak vervullen waartegen het niet opgewassen
—
1 De Bijbel, Genesis 2 en 3
2 Paternalistisch – als een autoritaire vader alles van boven af regelend en beslissend (encyclo.nl)
3 Zie voor een analyse van het denken: Eva Wolf, De Bloem (Groningen, Palmslag, 2022) hst 4.
4 Zie Eva Wolf, De Bloem, hst 5, waarin ik uiteenzet hoe emoties de lichamelijke vertaling zijn van
onze geloofde gedachten.
is: het regelen van ons leven. Dan doen ook rechtlijnigheid (lees:
strengheid en (ver)oordelen) en vooral móeten hun intrede. De regie van
het hart verwordt tot de controle van het denken. We moeten presteren
en we kunnen falen. Naast schaamte ontstaat schuldgevoel, het gevoel
van altijd ergens te kort te schieten, dat het gevolg is van geloofde
gedachten zoals ‘ik kan dit niet’, ‘ik ben niet goed genoeg’, of ‘ik ben
minder (waard) dan anderen’.
Zo verloren Adam en Eva het contact met wie ze werkelijk zijn en
daarmee het besef van de eenheid van alles en allen. De mensheid
raakte gevangen in de wereld van het denken en zou nooit meer
onbevangen zijn. Eten was niet meer iets vanzelfsprekends, er moest
voor gezwoegd worden. Een kind baren was niet meer pijnloos, en hun
zoon Kaïn stond zijn broer Abel naar het leven: de eerste oorlog om de
macht was een feit.
René Descartes 5 had gelijk: ‘cogito ergo sum’ – ‘ik denk, dus ik ben’.
En Katagiri Roshi 6 had eveneens gelijk, toen hij daarop als commentaar
gaf: “Ik heb jullie Descartes gelezen. Heel interessant: ‘ik denk, dus ik
ben’. Hij vergat het andere deel te vermelden. Ik ben er zeker van dat hij
dat wel wist, maar dat hij het gewoon vergeten was: ‘ik denk niet, dus ik
ben niet’.”
Nu is niet-denken een onmogelijkheid. Als onze hersenen geactiveerd
worden, produceren ze nu eenmaal gedachten, net zoals onze nieren
urine produceren. Wat wel mogelijk is, is om ‘door de spijlen van het
universum heen te vallen’ 7 , dat wil zeggen om je gedachten te zien voor
wat ze zijn: hersenspinsels, die heel nuttig zijn en waaraan we
ongelofelijk veel te danken hebben, maar die ons leven ten onrechte
controleren en teisteren met hun niet onderzochte stressvolle gedachten
over onszelf en anderen zodra ze een taak toebedeeld krijgen waartegen
ze niet opgewassen zijn: de zeggenschap over ons leven. En iedereen
lijdt hieronder, vergis je niet!
De uitweg uit het doolhof van het denken is heel eenvoudig (voor het
denken, dat dit niet geloven kan, meestal té eenvoudig), namelijk dat je
je deze observatie eigen maakt en dus tot in je tenen laat dóórsijpelen.
Dan kán je niet anders dan beginnen aan je zoektocht naar de werkelijke
regisseur, je eigen hart, je ware zelf, de waarnemer in jou, of de
‘slenteraar’ zoals mijn leermeester Maarten Houtman 8 het hart noemde.
—
5 René Descartes (1596-1650), Franse filosoof en wiskundige
6 Katagiri Roshi (1928-1990), Japanse zenleraar
7 Byron Katie (1942), Amerikaanse wijsheidsleraar, Vraag jezelf vrij (Harper Collins, 2017), 78
We zijn als een slak, die vergeten is dat ze haar eigen huisje op haar rug
met zich meedraagt. Als je eenmaal wakker bent geworden, ontdek je
dat dat huisje er altijd al was. Dan ben je weer thuis, in het paradijs. In
het genieten. In het moment. Kairos. 9
En dan gebruik je je denken ook weer waarvoor het oorspronkelijk
bedoeld was: als een instrument om prachtige dingen mee te doen. Niet
meer en niet minder. Je hart is de violist, je denken de viool.
Dus geloof je niet meer alles wat je denkt. Je onderzoekt eerst grondig of
een gedachte in overeenstemming is met de liefde, de compassie en de
wijsheid van je hart. Om de Bijbel aan te halen: ‘onderzoekt alles en
behoud het goede 10 De lakmoesproef hiervoor is of je van een gedachte
evenwichtig en blij wordt. Dat is het teken dat je in je hart bent en dus in
harmonie met jezelf en met de mensen en de wereld om je heen. Vanuit
je hart gebruik je datzelfde denken dan als instrument om jouw harmonie
handen en voeten te geven in de praktijk – zo ontstaat het juiste
handelen. 11
Een kanttekening. ‘Ik denk niet, dus ik ben niet’ is geen ontkenning van
het bestaan van de materiële wereld. Het is een uitnodiging om de
relativiteit van dit bestaan tot in al je vezels te laten doordringen. De
waarnemer is deel van het waargenomene. De denker schept haar eigen
wereld. Bestaat de boom als niemand haar ziet? Je bent wie je gelooft
dat je bent. Wie is het die denkt? Daar is geen antwoord op. Het
veroorzaakt kortsluiting. En wat is de dood anders dan het ophouden van
het denken dat denkt dat de denker bestaat? 12
Kaïn doodde Abel en die eerste strijd om de macht was er een waarop
nog ontelbare persoonlijke en politieke oorlogen zouden volgen. Mjjn
kleindochter Myrthe heeft onlangs, samen met twee andere studenten
van University College Utrecht, een briljant essay geschreven over de
Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog, bij mij als oudere beter bekend
als de Politionele Acties, tussen 1945 en 1949. Ze komen tot de gezien
het bovenstaande onvermijdelijke en voor de hand liggende conclusie
dat het een puur economische machtsstrijd was. ‘Quod erat
demonstrandum – waarmee het bewijs geleverd is’, dacht ik toen ik het
las. Dit essay vormde de aanleiding tot deze blog – dank je wel, Myrthe!
—
8 Maarten Houtman (1918-2011), zenleraar. www.maartenhoutman.nl
9 Kairos was de Griekse god van het moment. Zie Eva Wolf, De Bloem, 521
10 1 Thessalonicenzen 5: 21
11 Het ontwikkelen van een ethiek die voortkomt uit het hart in plaats van uit het denken is broodnodig,
met name ten aanzien van de vier belangrijkste taboegebieden; macht, geld, seks en dood.
12 Byron Katie, Vraag jezelf vrij, 110-191