Daar zit ik dan. Na dertig jaar in een groot huis aan de rand van Groningen te hebben gewoond ben ik verhuisd naar een appartementje in Amsterdam Buitenveldert. De voornaamste reden: ik wil graag een dagelijkse oma zijn voor mijn zes kleinkinderen tussen vier en tien jaar, die in en rond Amsterdam wonen. Ik heb mijn bloeiende psychotherapiepraktijk, mijn meditatiegroepen, en alle vrienden die mij in de loop van al die jaren zo dierbaar zijn geworden, achter me gelaten. En daar zit ik dan, in mijn eentje in Amsterdam. Ik ben zeventig jaar. Wat nu?
Ik wacht in stilte. Ik ben open en nieuwsgierig, in het vertrouwen dat de toekomst zich zal ontvouwen. Er is veel tijd voor inkeer en meditatie en ondertussen schrijf ik aan mijn boek De Bloem.[2]
Deze vorm van wachten is niet een wachten óp iets. Het is een wijze van leven. Het is een vol-verwachting-zijn, een niet-weten, een open-staan voor alles wat zich kan voordoen. Het is telkens weer worden als een kind, vol overgave, flexibel, bereid om je door het leven te laten verrassen. Mijn decennia-lange aandachttraining heeft mij deze vorm van wachten geleerd. Mede daardoor heb ik het aangedurfd om in deze laatste levensfase nog aan een nieuw leven hier in Amsterdam te beginnen.
Een van mijn geliefde haiku’s beschrijft deze vorm van wachten zo:
Stil zitten, niet-doen.
De lente komt,
en het gras groeit vanzelf.[3]
—
Langzaam maar zeker beginnen zich structuren te vormen. Zo vraagt iemand me of ik een meditatiegroepje bij mij thuis wil beginnen. Mijn eerste cliënten melden zich via vrienden en kennissen. En de oma-(oppas)tijden zijn een steeds weerkerende vreugde.
Dan gebeurt er iets dat de kiem legt voor wat in de jaren daarna zal uitgroeien tot een dierbaar ochtendritueel.
Een onverwachte ontmoeting: ik maak kennis met Ingrid. We staan naast elkaar langs de lijn naar een voetbalwedstrijd te kijken. Mijn kleindochter Myrthe en haar dochter Soumaya blijken vriendinnen te zijn en in hetzelfde team te spelen. Het klinkt meteen tussen ons en een paar maanden later neemt zij mij mee naar mijn eerste yogales. Ik weet niet wat me overkomt! Mijn lichaam vindt het heerlijk en mijn hart herkent deze oefening als iets waarnaar ik altijd verlangd heb als aanvulling op mijn stille zit-mediatie praktijk. Dit wordt me zomaar in de schoot geworpen. Ik neem prompt contact op met een yogaschool bij mij in de buurt, Zest Your Live in Amstelveen. Het is alsof ik thuiskom. Deze diversiteit aan vormen van meditatie-in-beweging-op-de-adem (Zest heet niet voor niets een mind en body trainingstudio) is mij op het lijf geschreven. Yoga en Pilates blijken precies de juiste elementen te zijn die mijn aandachttraining compleet maken.
Toch is de eerste stap nog groot. ‘Kan dit nog wel op mijn leeftijd, aan iets heel nieuws beginnen? Ben ik hier niet een vreemde eend in de bijt? Zo lenig ben ik nou ook niet meer…’. Mijn aarzeling smelt weg tijdens een hartelijk intakegesprek met Anatevka, waarin mij duidelijk wordt dat er letterlijk voor iedereen, jong en oud, lenig en stijf, recht van lijf en leden en met lichamelijke ongemakken, een passende les aangeboden wordt. Je hebt het maar voor het uitkiezen. En dat heb ik dan ook volop gedaan.
—
Die eerste keer is alweer jaren geleden. Sindsdien heb ik veel doorgemaakt. De dood neemt in mijn leven een steeds belangrijker plaats in. Zo zijn onder meer twee broers van mij binnen een paar weken na elkaar gestorven, en is Mayke, mijn zielsvriendin, op haar eigen lichte wijze heengegaan.[4] Ook op lichamelijk vlak heeft dit de nodige sporen nagelaten. Gelukkig was er telkens weer een aanpassingsmogelijkheid om toch de lessen te kunnen blijven volgen, zelfs in corona-tijd, waarvoor ik Anouk, de oprichter van Zest, heel dankbaar ben.
Wat heb ik veel geleerd! Tijdens de core workout lessen van JJ heb ik ervaren hoe ik het centrum in mijn buik[5] kan versterken, zodat ik mijn pijnlijke rug kan ontlasten. Een slepende slijmbeursontsteking, eerst aan mijn rechter- en nu aan mijn linkerschouder, vraagt al mijn aandacht om mijn lichaam goed aan te voelen en niet méér te doen dat het aankan, liever zelfs iets minder – 80%, zoals Sandra aanraadt in haar yin-yogalessen. En de laatste tijd durf ik zelfs vinyasa yoga te volgen bij Renate, omdat ik mijn ‘drie gouden richtlijnen’ nu eindelijk ook op mijn eigen lichaam[6] toepas:
Ik ga dit doen
Ik doe wat ik kan
Ik kan elk moment opnieuw beginnen.[7]
Zest is niet meer weg te denken uit mijn leven. Monique, Alana, Karen – zoveel leraren zijn mij ondertussen dierbaar geworden. Het is een feest om elke ochtend rond 9 uur binnen te stappen en de lieve mensen aan de balie te mogen begroeten. Daar is dan al een meditatief kopje latte thuis en een heerlijk verstild autoritje langs de Amstel aan vooraf gegaan. Een korte zit-meditatie vóór en na elke les maakt het rituele begin van mijn dag compleet.
Als je niet wacht… kan het onverwachte niet gebeuren
Wat heeft dit wachten me ongelofelijk veel gebracht! Ik kan het niet vaak genoeg herhalen: ik ben een dankbaar mens.
[1] Citaat uit de Tao Te Tjing.
[2] Eva Wolf, De Bloem (2022).
[3] Haiku (Japanse dichtvorm) van Hakuin (1686 – 1769), Japanse zenmeester.
[4] Ik houd van dit woord ‘heengaan’, omdat het de vraag ‘waarnaartoe?’ openlaat.
[5] ‘Core’ in yoga is wat ik mijn ‘stilteplek’ noem, zo’n twee centimeter onder de navel. Vergelijkbare termen: Chi, Prana, Hara, levensenergie.
[6] In mijn denken en mijn emoties, die samen met mijn lichaam mijn persoonlijkheid vormen (De Bloem, 3),leefde ik al naar deze richtlijnen. Maar mijn lichaam is altijd mijn zorgenkindje geweest. Ik ben dan ook een emotioneel-mentaal type volgens de persoonlijkheidsdynamiek van Human Dynamics (De Bloem, 3.8). In deze laatste fase van mijn leven kan ik mijn lichaam eindelijk geven wat het nodig heeft.
[7] Deze richtlijnen vormen een nieuwe vorm van consequent zijn, die veel vriendelijker én effectiever is dan de oude, gangbare opvatting over consequent zijn, nl. dat je altijd stug moet volhouden (De Bloem, 4.12).