TIJDLOOS-ZIJN – DE ZEGEN VAN  MIJN OUDERDOM

Het is dinsdag 17 juni 2025, 11 uur in de ochtend. Ik zit op mijn bank te genieten van mijn dagelijkse kopje koffie. Ik heb al zoveel beleefd! 

Zoals meestal werd ik even voor de wekker wakker. Dat is op zich al een vreugde – in stilte wakker worden en alle tijd hebben om de overgang te laten gebeuren van de nachtelijke aandacht, waarin mijn ik zich niet bewust is van zichzelf, naar de aandacht van de dag, waarin mijn ik het instrument is waarmee de wereld waargenomen wordt. Ik  ga op mijn rug liggen, leg mijn handen op mijn buik en ervaar het ritme van mijn adem. Ik voel me dankbaar dat er geen pijn is en voldoende energie om op te staan. Een nieuwe dag met oneindig veel mogelijkheden ligt voor me.

Tandenpoetsen, wassen, aankleden – en dan sta ik voor mijn keukenraam. Ik voel mijn voeten op de vloer en de warmte van het kopje latte in de kom van mijn handen. Ik luister naar de stilte onder het verre geruis van auto’s op de Buitenveldertselaan en ga óp in de bladertakken van de bomen voor mijn huis, waar de vroege ochtendzon doorheen schijnt. 

Ik stap in mijn lieve oude autootje, bedank het dat-ie het altijd maar weer voor me doet, en ga op weg naar mijn yogales in Amstelveen. Op weg ook naar mijn dagelijkse verrassing: hoe zal de Amstel zich dit keer aan mij voordoen? Ik neem de bocht bij de Riekermolen en zie hoe het landschap zich op-nieuw aan mijn ogen ontvouwt. Wat een wonder! De wolken, de meerkoeten, de kleur van het water, een enkele roeier, de bomen in volle bloei… Langzaam rijd ik verder.

Zoals altijd ben ik een kwartier te vroeg en ga heerlijk in op mijn bolster liggen ademen in de houding van de hartopener. De hatha-yogales is pittig en doet mijn lichaam goed. Als iedereen weg is blijf ik nog een tijdje in stilte mediteren.

En nu zit ik dus op mijn bank van dit alles na te genieten. Er zijn nog geen vier uren verstreken sinds het moment dat ik wakker werd. Ik realiseer me dat ik steeds minder in chronologische tijd leef. Dat is voor mij de grote zegen van mijn ouderdom. Over 11 dagen word ik 83. Ik heb geen toekomst meer om naar uit te kijken in de gebruikelijke zin van het woord. Mijn toekomst is doodgaan. Zo eenvoudig is het. Niet altijd geweest hoor. Maar sinds ik met de feitelijkheid van mijn doodgaan leef, me er dagelijks mee versta, of in mijn Bloem-taal: mijn doodgaan erken, herken en verken, geniet ik met ongekende intensiteit van alles wat zich aan mij voordoet en ervaar ik het Licht van tijdloos-zijn helderder dan ooit. In de woorden van Meister Ekhart.

De tijd is datgene wat verhindert dat het Licht ons bereikt. Er is geen groter obstakel tussen ons en God dan de tijd.

Ik ervaar deze paradox aan den lijve. Juist door het tijdelijke van de tijd die mij nog rest op deze aarde tot in mijn tenen te ervaren, opent zich het tijdloos-zijn en kan het Licht mij bereiken. Ik kan mij zo vinden in de ‘God’ van Meister Eckhart:

Want je bent in God in de mate waarin je vrede hebt, en buiten God in de mate waarin je geen vrede hebt.